Er zit ruimte tussen onze relaties en dat voelt niet fijn

Door Erik Schoppen

Hoe werkt het brein? En wat gebeurt daar als je je collega’s een halfjaar niet in het echt ziet?

Erik Schoppen is onderzoeker Cognitieve Neuro- en Gedragswetenschappen aan de Universiteit Groningen en legt het uit.

Ons brein is het orgaan dat ons mens(elijk) maakt. Het is een organische machine die verbindingen zoekt en maakt. Letterlijke verbindingen in onze hersenen, én sociaal in onze relaties.

Erik Schoppen

Informatie uitwisselen versterkt de band

Je brein bestaat uit miljarden zenuwcellen die allemaal uitlopende vertakkingen hebben. Een uitloper van een zenuwcel die toevallig een andere cel tegenkomt, kan op zo’n contactpunt twee dingen doen: een verbinding maken of niet. Mocht de natuur beslissen die verbinding te maken, dan kan dat gevolgen hebben voor de toekomst. Want jij kunt met je gedachten deze verbinding versterken, net zoals je relaties met collega’s versterkt door met elkaar van gedachten te wisselen. Informatie uitwisselen versterkt de onderlinge band. Relaties ontstaan. Met dien verstande dat we bij menselijke relaties heel sterk de behoefte voelen om elkaar fysiek te ontmoeten. We willen elkaar (r)echt in de ogen kijken.

Chemie

Het interessante is dat zenuwcelverbindingen elkaar net niet raken. Er zit ruimte tussen de uitlopers. Synapsen noemen we dat. Zenuwcellen communiceren met elkaar in deze ruimte door middel van chemische boodschappers. Dat zijn signaalstoffen waarmee de afzonderlijke cellen informatie aan elkaar door geven. Zonder communicatie geen informatieoverdracht. En belangrijker: geen gevoel. Alle emoties, zoals pret-, geluks- en genotsgevoelens, worden opgeroepen door deze stofjes.

Er ontbreekt iets

U voelt de parallel al aankomen. Het is een beetje als (thuis)werken op afstand. We zitten nu als losse cellen vanuit huis te werken. Er zit letterlijk ruimte tussen de relaties en dat voelt niet fijn. Je probeert te communiceren met collega’s, maar fysiek contact ontbreekt. Voor een tijdje is dat prima, maar ons sociaal bedrade brein kan hier niet goed mee overweg - 90% van ons gedrag is te relateren aan anderen. Dit heeft te maken met onze signaalstoffen, die naast cognitieve functies zoals kennisoverdracht, ook sociaal-emotionele functies hebben. Hierdoor ontbreekt een substantieel deel van onze sociale interactie.

Laven aan sociale informatie

Wanneer we elkaar fysiek tegenkomen op de werkplek borrelen er allerlei stofjes op. Nu het contact zich beperkt tot digitale ontmoetingen, heeft dat weerslag op ons brein. Zo missen we de non-verbale sociale signalen op de werkvloer of tijdens overleggen. Als sociaal dier hecht ons brein grote waarde aan deze informatie, omdat dit onbewust onderlinge verhoudingen blootlegt. In de informele praatjes bij het koffieapparaat wordt dit soort sociale informatie uitgewisseld. Misschien niet meteen werk gerelateerd, maar superbelangrijk voor de sfeer en cultuur binnen een organisatie. Dat we ons hierbinnen prettig en geborgd voelen. Dus laten we hopen dat we snel weer fysiek kunnen samenkomen en -werken. Zodat ons sociale brein optimaal functioneert en wij ons aan alle fijn-voelstofjes kunnen laven.

‘Het mentale welbevinden wordt meer bepaald door wat gaat komen, dan door wat ons is overkomen.’

‘Ik herkende de blijdschap die Erik noemt, toen we na lange tijd een échte managersmeeting hadden. Wat een verschil met online. Zo bleek een nieuwe collega heel lang te zijn, maar dat zie je niet in een videogesprek. Ik heb sinds de lockdown vaak een end-of-day call met collega's Paul Fox en Jan-Paul Lottering. Dat is informeel: we kunnen stoom afblazen, ervaringen delen en lachen. Heerlijk! Eigenlijk is dit een surrogaat-coffee corner, nu ik er zo over nadenk. Het bevalt zo goed dat nu 2 keer per week ook de managers meedoen.’

Jannie Minnema (Directeur IV)

Diana Hanauer (Talent Management Adviseur)

‘De verbinding met andere teams wordt minder, doordat je elkaar niet tegenkomt op de 15e of in de pantry. Vanuit mijn functie faciliteer ik soms tijdens team-meetings. Ik voel me dan een tv- of radiohost, omdat er weinig (non-verbale) respons komt van het ‘publiek’. Mijn tips? 1) Ik probeer regelmatig op kantoor te zijn. Dan neem ik extra tijd om informeel bij te praten, bijvoorbeeld tijdens een walk ’n talk. 2) Vraag bij online vergaderingen hoe het gaat met de ander - bijvoorbeeld met de werkvorm ‘check-in’ die niet veel tijd kost. 3) Kijk recht in de camera, dan voelt de ander zich gezien. 4) Knuffel je huisgenoten (partner, kinderen, dieren) extra vaak!'

‘Erik geeft een heel herkenbare analyse. Thuiswerken deed ik altijd al wel, om rustig dingen uit te werken. Maar continu thuiswerken én alleen maar online interactie geeft een heel andere dynamiek, die voor mij heel afstandelijk voelt. Inmiddels ga ik meerdere keren per week naar kantoor. Door ook weer fysiek te vergaderen, verkrijg ik de sociale informatie makkelijker. Ook is er weer ruimte voor een ad hoc praatje of een langer gesprek tijdens een lunchwandeling. Deze interactie met collega’s, over zowel werk als privé, miste ik tijdens de lockdown. Voor mij ontstaat er nu weer een natuurlijker ritme van werk en ontspanning.’

Wouter de Kok (Multimanager Fixed Income Aandelen en Specials)

Hoe ziet de toekomst er uit?

Het kan goed zijn dat de gebeurtenissen uit de coronacrisis gevolgen hebben voor de lange termijn. Voor de mens persoonlijk, bijvoorbeeld omdat thuiswerken de norm blijft. En voor de economie: blijft die open of gaat die meer gesloten worden? Je kunt moedeloos worden als je aan de toekomst denkt. Dat is niet zo vreemd, weet Patrick van der Duin, directeur van de Stichting Toekomstbeeld der Techniek. De emeritus-hoogleraar adviseert tegenwoordig multinationals en overheid op het gebied van complexe toekomstscenario’s. ‘Het mentale welbevinden wordt meer bepaald door wat gaat komen, dan door wat ons is overkomen.’ Daarom kan de toekomst niet zonder hoop.