Gerald en Anita doen iets terug

door Cynthia Mezach


Learn, earn, return. Wie goed verdient, mag iets terugdoen voor de maatschappij, vindt MN CIO Gerald Cartigny. Anita Harders (administratie Pensioenfonds MN) haalt gewoonweg voldoening uit vrijwilligerswerk, zonder stelregels. Anita tegen Gerald: ‘Zeg, ga jij voor een lintje?’

Anita:

‘Provinciegenoten? ! Leuk!’

‘Zeg Anita, ik heb een prangende openingsvraag; ik hoor namelijk iets van een zuidelijk accent bij jou…’

Ja, dat klopt. Ik kom uit Weert, ‘t bovenste stadje in Limburg.

‘Zie je wel! Wij Limburgers ‘rulen’ overal!’

‘Weet je dat ik ook Limburger ben?’

Hè? ! Nee… ik dacht Brabander.

‘Nee, ik kom zelf nog veel zuidelijker: Sittard.’

Provinciegenoten? ! Leuk!

‘Ik zeg altijd: die Limburgers zijn overal aan de macht!’

Ja, dat is zo. Je vindt ze op de gekste plekken.

‘Ik ben er al weg sinds mijn zeventiende. Maar mijn vrouw komt net als ik uit Sittard. Dus als de kinderen er niet zijn, spreken we thuis nog altijd Limburgs.’

Gerald Cartigny (54)
  • CIO MN
  • Gehuwd, 3 kinderen
  • Vrijwilligerswerk: bestuurslid Jeugdfonds Sport & Cultuur Noord-Holland
  • Sinds mei 2018
  • Eerste ‘goede daad’: vrijwilligerswerk op de voetbalclub

Gerald:

‘Dan moet je nú een oproep doen, in dit interview’

‘En jij? Waar is het bij jou begonnen met die belangeloze inzet? Want ik begreep dat je je al vroeg inzette voor kinderen met een beperking?’

Ja, voorheen ging ik iedere maand skiën in SnowWorld Zoetermeer met kinderen met een lichte beperking, een persoonlijkheidsstoornis. En eens per jaar op skivakantie. Maar mijn rug werd slechter en ik moest ze regelmatig in de skilift tillen. Een vriendin van mij was in het Westland bezig met een lokale stichting. Daarmee organiseren we een vakantiekamp voor ongeveer dezelfde doelgroep en leren we ze koken. Vooralsnog met 5 kinderen.

‘Dus klein begonnen?’

Nou, intussen hebben we meer aanvragen dan we aankunnen. Terwijl we 2 weken geleden pas gestart zijn.

‘Maar dan heb je snel meer geld nodig.’

Ja, geld is een probleem. We hebben subsidie van de gemeente en de kinderen hebben een persoonsgeboden budget. Dus eind februari kunnen we op kamp, naar een boerderij in Tiel. Maar na 3 van dit soort kampen met z’n vijven is het geld zeker op. Dan moeten we de boer op. En bij de gemeente gaat het zoooo-hoo traag.

‘Dan moet je eigenlijk nú een oproep doen, in dit interview: MENSEN! Áls je in het Westland woont én je voelt je aangetrokken tot dit goede doel, KOM DAN BIJ…. eh”

(Fluisterend) Gaya, zo heten we.

… BIJ GAYA! Penningmeester is ongetwijfeld welkom. Eventueel nog een secretaris!!’

Anita Harders (53)
  • Medewerker administratie Pensioenfonds MN
  • Samenwonend, 2 kinderen
  • Vrijwilligerswerk: begeleidster koken op maat Gaya (voor kinderen met een lichte handicap)
  • Sinds 7 januari 2019
  • Eerste ‘goede daad’: in mijn vroege jeugd kwam ik op voor kinderen die werden gepest, later werd ik jeugdleidster op kindervakantieweken

Gerald:

‘Uiteindelijk komt de keuze: verjaardagen óf sportclub’

Zeg, kampt jouw goede doel ook met financiële uitdagingen, of valt dat mee?

‘Nou, misschien moet ik eerst iets vertellen over het Jeugdfonds Sport & Cultuur (en mijn sporttenue op de foto’s). Ik ben actief voor deze organisatie die wil dat kinderen die het thuis minder breed hebben, toch een activiteit oppakken, zoals sport, dans of toneel. Jaarlijks betalen we contributie en eventuele attributen (voetbalschoenen, judopakken) voor meer dan drieduizend kinderen. Het Jeugdfonds heeft een landelijk bureau dat voor de coördinatie en publiciteit zorgt. Vooral via allerlei bekende Nederlanders die ambassadeur zijn.’

Oh, zoals?

‘Erben Wennemars, Bert van Marwijk en die voetbalster… Shanice van de Sanden.’

Heb jij rechtstreeks contact met ouders en kinderen?

‘Nou nee. De aanvragen gebeuren via zo’n 800 geregistreerde intermediairs, denk aan leraren, jeugdzorg-medewerkers, gemeentemensen of de sportvereniging. Zelf ben ik bestuurslid voor het regionale onderdeel Noord-Holland. Vanuit die rol ben ik niet direct persoonlijk betrokken en dat is ook wel bewust. De privacywetgeving staat ‘t trouwens meestal ook niet toe. Maar er zijn wel bijeenkomsten en ik heb ook wel met ouders gesproken. Die mensen hadden dan wel een baan, maar verdienden 1.200 euro per maand. Daar moest de woning van worden betaald, de ziektekosten…’

… en het eten.

‘Juist, en vervoer, et cetera. Uiteindelijk komen ze voor de keuze of ze hun kinderen laten meedoen met verjaardagsfeestjes óf met een sportclub. En dan zien ze hun kind toch liever naar die verjaardagsfeestjes gaan. Maar ook daarmee raken kinderen in een isolement. Om de problematiek meer in beeld te brengen, willen we die ouders en kinderen aan het woord laten, maar 99 procent wil dat niet, uit schaamte. En toch is het er; 1 op de 9 Nederlandse kinderen leeft onder de armoedegrens. Kijk om je heen, het kan iedereen zijn.’

Ja, dat is zorgwekkend…

Anita:

‘Doel is om deze kinderen zelfredzaam te maken’

‘Maar als je de persoonlijke verhalen goed ku­­nt vertellen én kunt aantonen dat je iets bereikt met jouw inzet, dan kun je bedrijven overtuigen om iets te geven.’

En mooie publiciteit bieden.

‘Nou, dat blijkt vaak juist minder van belang. Het is meer van: ik wil iets goeds doen, maar dan wil ik zeker weten dat het lokaal iets oplevert voor de omgeving waarin ik gevestigd ben.

Wat is eigenlijk het ultieme doel voor jouw stichting, Anita?’

Het doel is om deze kinderen zelfredzaam te maken. Dat ze in de toekomst op zichzelf kunnen wonen en kunnen werken.

‘Volgen jullie hen dan langer in een proces?

Dat is een idee. Dat we bijvoorbeeld ooit ook gaan zorgen voor een appartement. Misschien wel tussen studenten in, met een regeling om hen te ondersteunen.

‘Mooi! En dan nog de arbeidsmarkt op. Wist jij trouwens dat MN ooit een regeling had om een x-percentage van onze fte’s binnen een diversiteitsprofiel te krijgen? Dat geldt uiteindelijk dus ook voor de kinderen in jouw doelgroep. Ik weet niet of die specifieke regeling nog bestaat, maar als EC-leden ondersteunen wij diversiteit.’

Wat een prachtig doel! Dat wist ik niet. En het kan. Deze mensen zijn niet dom, ze hebben enkel een persoonlijkheidsstoornis. Ik zal zeker nagaan hoe dat zit!

Anita:

‘Het gemak waarmee kinderen iets kunnen afwijzen, dat raakt me diep’

… Zeg, even iets heel anders. Ga jij voor een lintje?

‘Nee. Ik maak deze keuzes omdat ik het zélf belangrijk vind. Dat probeer ik mijn kinderen ook mee te geven. Ik probeer ze ervan bewust te maken dat je een deel moet teruggeven, als je later een inkomen hebt. Elk jaar geef ik hen 50 euro om aan een goed doel te schenken. Binnen 2 weken moeten ze me uitleggen waar ze voor gekozen hebben.’

Mooie traditie! Voor mij is het lintje trouwens ook geen drijfveer, maar ik merk wel dat het dragen van zo’n symbool mensen op scherp zet. Zo van: kijk, die zet zich in voor een ander.

‘En die erkenning is belangrijk. Maar ik vroeg me ook af: wordt jouw vrijwilligerswerk soms wel eens heel persoonlijk?’

Ja, dat komt wel voor. Kijk, ik ben iemand die heel moeilijk ‘nee’ kan zeggen, zelfs nu ik de 50 gepasseerd ben. Maar ik werk met kinderen - bijvoorbeeld met autisme - die dat geen enkel probleem vinden. Die zeggen gewoon fel: ‘NEE, dat doe ik niet!’ En dat raakt me dan diep, het gemak waarmee zij iets kunnen afwijzen. Waarom lukt mij dat niet?! Ik doe dit werk dus ook om mezelf beter te leren kennen.

‘Het is goed om daar een beetje balans in te zoeken.’

Ja, en om niet te veel met jezelf bezig te zijn. Trek erop uit! Ga mensen ontmoeten. Onze maatschappij wordt zo individualistisch.

Tja, en toch… als ik kijk naar hoeveel vrijwilligers Nederland heeft. En hoeveel betrokkenheid er is als er weer ergens een natuurramp is geweest. Nederlanders zijn toch ook verbazingwekkend gulle gevers.’